'n Lutske Brabants gemist
Hart
Elke morgen voel ik of mn hart nog klopt.
'kMoet er niet aan denken dat het is gestopt.
Dat het er de brui aan heeft gegeven.
Dat het mij belet om door te leven.
Elke morgen ben ik blij dat ik nog leef.
Dat mn ouwe wekker lekker tikken bleef.
Dat ie het toch na n nachtje pitten elke keer,
steeds opnieuw maar weer met mij ziet zitten min of meer.
Herfst
Blaren, blaren, bergen blaren,
bruin, die gister groen nog waren.
Blaren, buitelend om je voeten
Van de bomen en de heg
op de stoep en op de weg.
Blaren, buitelend om je voeten
die je dwarrelend begroeten.
Vreugde; maar ook ergernis.
Teken dat t herfst weer is.
Elke morgen voel ik of mn hart nog klopt.
'kMoet er niet aan denken dat het is gestopt.
Dat het er de brui aan heeft gegeven.
Dat het mij belet om door te leven.
Elke morgen ben ik blij dat ik nog leef.
Dat mn ouwe wekker lekker tikken bleef.
Dat ie het toch na n nachtje pitten elke keer,
steeds opnieuw maar weer met mij ziet zitten min of meer.
Herfst
Blaren, blaren, bergen blaren,
bruin, die gister groen nog waren.
Blaren, buitelend om je voeten
Van de bomen en de heg
op de stoep en op de weg.
Blaren, buitelend om je voeten
die je dwarrelend begroeten.
Vreugde; maar ook ergernis.
Teken dat t herfst weer is.