Ruud 2019
Vuur
Iemand wreef twéé takken tegen mekaar
en alles is anders geworden,
al die tijd was al het eten hapklaar,
er waren geen messen of borden.
Al wat er vloog, wat je ving, wat je vond,
zo kaal als een luis of met haren,
werd niet gekookt, stak je rauw in je mond,
maar plotseling moest het nu garen.
Alles veranderde, er vonkte vuur,
’n enkeling temde al vlammen,
dat was de start van ’n nieuwe cultuur,
er denderde groei door de stammen.
Nu eeuwen later is vuur heel gewoon,
het wordt overal bij betrokken,
reden voldoende voor ’n eerbetoon,
aan die slimmerik met die twee stokken.