Foto: Gentiaanblauwtje - Saxifraga - Mark Zekhuis

Als reactie op mijn vorige stukje kreeg ik de vraag of pimpernelblauwtje een andere naam is voor gentiaanblauwtje. Het antwoord is nee maar ik kan me goed voorstellen waarom deze vraag opduikt. Beide soorten behoren tot dezelfde familie en beide soorten zijn even veeleisend en bijzonder wat betreft hun leefomgeving om zich succesvol voort te planten. Maar er zijn ook duidelijke verschillen.

Foto: Gentiaanblauwtje - Saxifraga - Mark Zekhuis

De familie van de blauwtjes kent wereldwijd maar liefst 5200 soorten. Kijken we alleen naar Europa komen we op 120 soorten en in Nederland zijn 27 soorten vastgesteld waarvan 15 soorten als standvlinder. Een blauwtje in de tuin is vaak een boomblauwtje, het felgekleurde blauwtje op de hei kan zomaar een Icarusblauwtje zijn. Deze twee soorten komen het meeste voor.
Om het lastig te maken, zijn niet alle blauwtjes blauw. Zo kennen we het groentje, een klein blauwtje met bruine boven- en groene ondervleugels. Ook het bruin blauwtje (bruin, oranje, wit), de bruine eikenpage en de kleine vuurvlinder doen hun familienaam geen eer aan.

Foto: Gentiaanblauwtje - Saxifraga - Frits Bink

Naast deze gevarieerde groep kennen we ook nog de mierenblauwtjes. Hieronder vallen zowel het pimpernel- als het gentiaanblauwtje. Ook het tijmblauwtje en het heideblauwtje horen bij deze groep.
Het gentiaanblauwtje leeft bij voorkeur op de vochtige heide en zet haar eitjes af op de klokjesgentiaan. Ook nu is er een steekmier (of knoopmier) nodig om het broodje (de rups) naar het nest te brengen waar ze gevoed worden met mierenlarven. Het tijmblauwtje, de naam zegt het al, legt haar eitjes bij voorkeur op tijmplanten, het heideblauwtje op dophei en vlinderbloemigen zoals rolklaver. Maar allemaal zijn ze daarna van een mier afhankelijk om de rups groot te krijgen.

En natuurlijk kunt u voor vragen of opmerkingen altijd mailen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.