Bossche Monumenten 2023
Auteur: Ed Hupkens |
212. Schuilkerk
Het pand Oude Dieze 3 omvat drie achter elkaar geplaatste bouwdelen. Foto: Josephine Peren
Het pand Oude Dieze 3 herbergde in vroegere tijden een schuilkerk. De oudste vermelding van het gebouw is een verkoopakte van januari 1579. In de eerste helft van de 19e eeuw kreeg het een nieuwe voorgevel. Bij een verbouwing in 1990 zijn de vensterinvullingen vernieuwd en zijn de vensters in de voorgevel gemaakt naar voorbeeld van de vensters in de achtergevel. Sinds maart 2010 staat het geregistreerd als gemeentelijk monument.
Het geheel bestaat uit een voorhuis, tussenhuis en een smaller achterhuis. Het voorhuis heeft een kelder, begane grond, verdieping en zolder met borstwering, onder een haaks op de voorgevel gesitueerd zadeldak. In het dakvlak aan de voorzijde is een dakkapel onder een klein zadeldak geplaatst. De kelder met tongewelf in de lengterichting zit onder het rechtergedeelte van het pand. Het tussenhuis bestaat uit een begane grond en zolder onder een haaks op de voorgevel geplaatst zadeldak. Het achterhuis omvat een begane grond, verdieping en zolder met borstwering onder een haaks op de voorgevel geplaatst schilddak. In het dakvlak aan de achterzijde zit een dakkapel.
De voorgevel is drie vensterassen breed en heeft een hardstenen plint. Links op de begane grond zit een toegang met dubbele paneeldeuren en een gedeeld bovenlicht. In het metselwerk boven deze ingang zit een strekse boog. Rechts op de begane grond bevat de gevel twee vensters met schuiframen en een brede middenstijl. Onder de vensters zit een hardstenen lekdorpel, er boven een strekse boog. Deze invulling wordt bij de drie vensters op de verdieping herhaald met zesruits schuiframen. De gevel wordt afgesloten door een houten hoofdgestel met architraaf, fries en bakgoot met gootlijst.
De kelder onder het rechtergedeelte van het voorhuis heeft een toegang in het pand. Tegen de rechterzijmuur lopen twee rookkanalen. Tegen de linkerzijmuur is een gang die doorloopt in het tussen- en achterhuis. De verdiepingsbalklaag in het voorhuis is enkelvoudig. De zolderbalklaag heeft twee vakken met moer- en kinderbinten. De moerbalk loopt van voor- naar achtergevel. De kap bestaat uit een grenenhouten gordingenkap. De balklaag in het tussenhuis is enkelvoudig. De kap heeft drie dekbalkjukken met schaarspanten met balk. Het achterhuis heeft enkelvoudige balklagen en een kap van grenenhouten schaarspanten met balk.