Bossche Monumenten 2022
Auteur: Ed Hupkens |
170. Voormalig koffiehuis
Omstreeks 1750 was het pand aan de Markt 25 een koffiehuis. Foto: Josephine Peren
Het perceel aan de Markt 25 omvat een bouwdeel, een binnenplaats en twee zelfstandige achterhuizen. De binnenplaats is tegenwoordig bebouwd. Het bouwdeel aan de Markt heeft van oorsprong bestaan uit een voor- en een achterhuis; een indeling die thans alleen nog op kelderniveau waarneembaar is. Het bouwdeel bestaat uit vier niveaus: kelders, begane grond, eerste verdieping en een zolder onder een met golfpannen gedekt schilddak. De bouwgeschiedenis van dit bouwdeel dateert uit de late 15e eeuw. Het eerste achterhuis dateert uit het begin van de 20e-eeuw. Achter op het vrij diepe perceel bevindt zich nog een eenlaagse achterbouw; van de datering is niets bekend. Het smalle voorterrein voor het gebouw is voorzien van een natuurstenen tegelvloer, met daarin een kelderingang, en is afgezet met natuurstenen palen op de hoeken. Omstreeks 1750 was het een koffiehuis. Sinds maart 2005 staat het aangewezen als gemeentelijk monument.
De voorgevel is een gepleisterde 19de-eeuwse lijstgevel met een neo-classicistische houten pui. Deze pui bestaat uit een houten opbouw op een natuurstenen borstwering. De houten opbouw met centrale ingang heeft aan elke zijde een geprofileerde pilaster, die overgaat in uitkragende consoles met acanthusbladmotief. Op de eerste verdieping zijn drie moderne vensters in de originele 19de-eeuwse kozijnen, uitgevoerd met een kwartrond profilering. Op de zolderverdieping bevinden zich drie draairamen met een Frans balkon. De gevel eindigt met een geprofileerde kroonlijst, onder een uitkragende bakgoot.
De kelder onder het voorhuis heeft een tongewelf in de lengterichting en dateert uit de late 15e eeuw. De zijmuren zijn opgebouwd uit een vrij zware constructie met pilasters, waartussen verdiept liggende aankappingen zijn aangebracht. De kelder is toegankelijk vanaf de Markt en heeft hier ook een kelderlicht gehad. In de muur tussen de voor- en achterkelder bevinden zich twee doorgangen.
De kelder onder het achterhuis heeft een 17e-eeuws kruisgewelf. In het midden staat een pijler vanwaar gordelbogen naar de zijmuren en de achtermuur lopen. Daardoor ontstaat een indeling met vier gewelfvelden. In de achtergevel zijn twee toegangstrappen naar de kelder, waarvan de rechter later aangebracht is. Het pand heeft enkelvoudige balklagen, 18e-eeuws. De kap en de zolderbalklaag zijn in de 20e eeuw vernieuwd.