Henk Habraken
Auteur: Henk Habraken

 

D'n HaDeejer - februari 2016

Nee, ik ga het niet hebben over het weer, de winter of de lente, want dat is zo wispelturig als de pest. Nee,
ik ga het weer hebben over taal. In november had ik het, in deze column, al over taal en dialect. Ons dialect holt achteruit en het Nederlands, beweerde ik, verwordt, door invloed van het Engels, tot een dialect. Toch houd ik van het Nederlands. Want, bedenk ik dan, zolang een taal levend is, is het volk niet uit gestorven. Taal is uitermate belangrijk en machtig.
Taal kan iemand maken en breken, grof zijn en teder.
Woorden kunnen wreed, harteloos en vernietigend zijn, maar ook vleiend, troostend en bemoedigend. Ik pleit voor het koesteren van het Nederlands. Je kunt vele talen beheersen, maar als je met een hamer op je duim
slaat, gebruik je ongetwijfeld je moedertaal.

Taal kan ook heel leuk zijn en er kan mee gespeeld worden. ‘Als vliegen achter vliegen vliegen, vliegen vliegen vliegen achterna’, is daar een mooi voorbeeld van. Zo ook: ‘Waarom loopt je neus, terwijl je voeten ruiken?’
Woordspelingen zoals ‘Wil je nog thee, muts?’ of ‘Nee, liever koffie, Dick!’, zijn er in overvloed.
Een grote bewondering had ik voor, verleden jaar overleden, Drs. P, een woordkunstenaar met humor. Een leuk woordspel is ook om woorden anders te verklaren dan de oorspronkelijke betekenis. Zo is ‘minimaal’ een
kleine maaltijd, ‘uitzonderlijk’ een begrafenisondernemer op reis, is een ‘misleider’ een priester en een ‘minister’ een hele kleine ster. Al deze voorbeelden kende ik al, hoorde ik van iemand, of las ik ergens. Zelf bedacht ik dat een ‘pottenkijker’ een lesbische pornosite bezoeker moet zijn. Nou ja, taal blijft leuk!

“ZOLANG EEN TAAL LEVEND IS, IS HET VOLK NIET UITGESTORVEN”

©2016 Henk Habraken