Henk Habraken
Auteur: Henk Habraken

 

D'n HaDeejer - februari 2015

Eind februari. We staan aan de vooravond van de lentemaand maart. Ik schrijf dit eind januari en weet niet wat het weer in februari doet. Toch ben ik blij dat het einde van de winter nadert en het voorjaar lonkt. Want, ik zei het al eerder in deze column, ik heb een gloeiende hekel aan de winter. Een gloeiende hekel aan sneeuw, vorst, ijs en kou. Eens ben ik vijf dagen in de winter in Oostenrijk geweest. We zaten, hoog in de bergen, in een pension of hotelletje, waar het zo koud was dat, als je naar de wc moest, je een overjas aandeed. Ging ik buiten plassen, was de straal al bevroren, voordat hij de sneeuw bereikte: zo koud! Nee, op wintersport ben ik nooit geweest en ik heb niet het gevoel iets te missen. Geschaatst heb ik sinds de lagere school ook nooit meer.

Gelukkig zijn er in de winter maanden feesten zoals Sinterklaas, Kerst, Oud & Nieuw, mijn verjaardag en carnaval, anders zou ik het liefst een winterslaap houden. Ik herhaal het: het enige mooie aan de winter vind ik het verlangen naar het voorjaar. Nog even dit. Half januari werd ik gebeld door iemand die mij feliciteerde. “Jij hebt gelijk gekregen,” zei hij. “Onlangs wilde mijn vrouw het gemeentehuis bellen, maar ze moest een nieuw nummer bellen.

Dat deed ze en ze kreeg de gemeente Oss aan de lijn. Natuurlijk vroeg ze of Heesch al bij Oss is, maar nee, ze moest een ander nummer bellen.”
Nou ja, een Zweeds spreekwoord luidt: ‘Van een os kan men tenslotte niet meer verlangen dan een biefstuk.’

©2015 Henk Habraken