Bossche Straten 2018
305. ‘Vader der melaatschen’ - Wulfinghstraat
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
De Wulfinghstraat gezien in de richting van de Frederik Hendriklaan. Anno 2010. Foto: Ed Hupkens
De Wulfinghstraat begint bij de Frederik Hendriklaan en eindigt bij de Sweensstraat. Op 27 juli 1943 werden in het gebied ten zuiden van de Aartshertogenlaan nieuwe straatnamen vastgesteld, genoemd naar personen die een belangrijke rol hadden gespeeld in de geschiedenis van het bisdom ’s-Hertogenbosch. Hiertoe behoorde ook de Wulfinghstraat. Deze straat is vernoemd naar Wilhelmus Antonius Ferdinandus Wulfingh, op 30 mei 1839 in de Hinthamerstraat geboren. Zijn vader was in 1847 een van de oprichters van de Vincentiusvereniging in Den Bosch. Net als zijn oudere broer Karel trad Willem Wulfingh op 15 oktober 1861 toe tot de congregatie van de allerheiligste verlosser, beter bekend als de redemptoristen. Oktober 1867 werd Willem in Wittem tot priester gewijd. Daarna werd hij rector van het redemptoristenklooster aan de Keizersgracht te Amsterdam. In de zomer van 1888 vertrok hij als missionaris naar de kolonie Suriname, dat hem als missiegebied werd toegewezen. Juni 1889 werd pater Wulfingh benoemd tot apostolisch vicaris (soort vóór-bisschop) van Suriname en titulair-bisschop van Cambysopolis. Terug in Nederland werd hij op 15 december 1889 in de Sint-Jan tot bisschop gewijd door bisschop A. Godschalk, waarna Wulfingh weer terugkeerde naar Suriname. Met succes verzocht monseigneur Wulfingh de zusters van liefde uit Tilburg om naar Suriname te komen voor het verzorgen van zieken. Met name de verpleging van leprapatiënten werd ter hand genomen om zo het leprozenwerk van de in 1887 overleden Peerke Donders voort te zetten. Voor zijn werk ten behoeve van de lepralijders kreeg hij de erenaam ‘Vader der melaatschen’. De fraters van Tilburg werden naar Suriname gehaald om er onderwijs te geven. Tijdens zijn ambtsperiode bouwde Wulfingh 37 kerkjes, 6 kapellen, 11 scholen en stichtte hij het weekblad De Surinamer. Verder maakte hij naam door de oprichting van de St. Gerardus Majellastichting (voor de zorg van melaatsen) en het Hofbauer-Liefdewerk (geldwerving ten behoeve van onderwijs, wezen- en armenzorg in Suriname). Omdat hij last kreeg van het tropische klimaat, vertrok Wulfingh in oktober 1905 naar Nederland om aan te sterken en een operatie te ondergaan. Nadat hij redelijk hersteld was, ging hij op 4 april 1906 in Amsterdam aan boord van het stoomschip Prins Willem IV, dat hem naar zijn apostolisch vicariaat zou brengen. Een dag later overleed hij echter, midden op zee. Willem Wulfingh werd begraven in Paramaribo.