Bossche Straten 2015
165. Bijna bebouwd
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
Voorgevels van panden aan de Prins Bernhardstraat, vlak voor de sloop in 1961. Foto: SA nr. 0050003
Tot 1874 was het verboden om buiten de vestingmuren in het schootsveld te bouwen. In dat jaar bracht de Vestingwet daar verandering in. Diverse vestingen werden opgeheven, ook onze stad kon zich uit haar stenen keurslijf bevrijden. Stadspoorten werden gesloopt, aarden wallen afgegraven. De eerste, grote stadsuitbreidingen waren ‘t Zand en De Muntel. In de dertiger jaren van de vorige eeuw wilde men Het Bossche Broek nog volbouwen. Om dit nieuwe stadsdeel te kunnen bereiken werd er een ontsluitingweg gepland tussen de Wolvenhoek en de stadsmuren. Deze kersverse straat kreeg in 1936 de naam Prins Bernhardstraat, genoemd naar onze Prins der Nederlanden. Nummer 8 herbergt een rijksmonument: de voormalige, uit 1823 daterende synagoge. De Bossche sjoel werd gebouwd door Bernardus Hartogensis op het aan hem toebehorende perceel De Oude Munt aan De Mortel. Hij gaf deze synagoge in bruikleen aan de Joodse gemeente. Er volgde in 1887 een ingrijpende verbouwing. In 1936 werd pal voor het vrijstaande complex een rij huizen geplaatst. De Binnendieze stroomde toen nog voor de synagoge. De nieuwe huizenrij overkluisde de stadsrivier, waardoor een eind kwam aan een fraai stadsgezicht. In de Tweede Wereldoorlog heette de straat Marie Verheyenstraat, er mochten toen geen straten naar leden van het Koningshuis genoemd worden. Bij de restauratie van 1994/95 werd de voorbouw gesloopt en kwam de Binnendieze weer in het zicht. Tegenwoordig is in het gebouw De Toonzaal gehuisvest. In dit muziekcentrum komen alle klassieke stijlen, jazz en wereldmuziek aan bod, er worden kinder- en lunchconcerten gehouden.