Na het menu van warmbloedige dieren,
gaan we nu over op soberder spijs,
rupsen en mijten en muggen en mieren,
zullen ons zogen processiegewijs.

Voedsel uit vlinders en vliegen en vlooien,
wordt binnenkort onze daag’lijkse kost,
dat, zonder veestallen en kippenkooien,
ook nog de aanvoer van eiwit oplost..

Luizen en larven en lieveheersbeestjes,
kevers en krekels, ’n tor en ’n teek,
zorgen voor schemerige, smakelijke feestjes,
zeker zien we dan van wespen geen steek.