Bossche Straten 2018
325. De Bossche ‘natte hoek’ - Noordwal
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
Een gedeelte van de stadswal aan de Noordwal, links stadsrivier De Aa. Datering 1970. Foto: Erfgoed ’s-Hertogenbosch nr. 0037198
De naam Noordwal verwijst – behalve naar een straat sinds 1881 - ook naar een stadswal. De eerste Bossche stadsmuur van baksteen en tufsteen omvatte niet meer dan het gebied rond de Markt en was rond 1225 voltooid. Eind 13e eeuw begon de bouw van een nieuwe, veel ruimere ommuring: van zeven hectare ging het stadsgebied naar honderd. In de eerste helft van de 14e eeuw was deze tweede omwalling afgerond. De Noordwal (als stadsmuur) werd gebouwd tijdens deze eerste, grote stadsuitleg. In de nieuwe stadsmuur waren ook muurtorens opgenomen. Deze hoefijzervormige (halfronde) torens, bedoeld als verdedigingswerk en uitkijktoren, sprongen als het ware uit de muur naar voren. Het maakte voor de verdedigers mogelijk de veldzijde van de stadsmuur met vuur te bestrijken. In de Noordwal waren zeven muurtorens aangebouwd. Oorspronkelijk liep de Noordwal veel verder door, tot aan de Oostwal. Pas nadat de omgeving van het Hinthamereinde rond 1500 bij de stad was toegevoegd, kwam er een knik in de stadsmuur.
In het riviertje de Aa lag in de bocht van de Noordwal naar de Muntelwal, achter de voormalige lunet, vanaf 1884 de gemeentelijke open badinrichting. De zwemgelegenheid – in de volksmond ‘de Zwemkom’ geheten - was vooral bestemd voor onvermogenden. Via een houten bruggetje vanaf de Noordwal – ongeveer ter hoogte van de niet meer bestaande Poort van Aerden – kwam men aan de overkant op een dijk. Via een tweede bruggetje kon men het zwembad bereiken. Op deze plek kwamen later de stadskwekerij en de tuinen van de Hogere Agrarische School. In 1998 kwam daar een opvallend wijkje met witte huizen, De Munteltuinen. De meer gegoede burgerij ging zwemmen in de militaire badinrichting, die hiervoor enkele uren per dag beschikbaar werd gesteld. Dit zwembad lag voorbij de Bartenbrug waar de Aa iets naar links afbuigt, schuin tegenover de Watertoren. Vanaf 1934 werd de gemeentelijke zweminrichting De IJzeren Vrouw opengesteld, waar ook vrouwen mochten komen, weliswaar gescheiden van de mannen.
Rond 1890 openden de vennoten Arthur Douay en Theodorus van Lierop aan de Noordwal 22-24 hun Stoom-Wasch en Badinrichting. Hier kon men van 07.00 tot 19.00 uur koude en warme stortbaden nemen. Februari 1923 nam Albert Mussert het bedrijf over. De badinrichting werd afgestoten, men concentreerde zich op werkzaamheden van de stoomwasserij. In 1996 vertrekt de wasserij uit onze stad.