Bossche Straten 2018
306. Lege plekken volgebouwd
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
Dichtgetimmerde krotwoningen aan de Poort van Aerden, een inmiddels gesloopt straatje tussen de Noordwal en de Zuid-Willemsvaart.
Anno 1939. Foto: Erfgoed ’s-Hertogenbosch nr. 0021723
Vanaf 1860 werden op de voormalige vestinggronden op de stadswallen straten aangelegd. Deze kregen namen en daarmee ontstond onder andere de wijk De Hofstad.
Nederland onderging gedurende de 19e eeuw een aantal ingrijpende veranderingen op economisch en maatschappelijk gebied. Een ervan was het proces van verstedelijking, de trek van het platteland naar de stad. Een reeks misoogsten leidde rond de jaren 1840 tot grote voedseltekorten, honger en armoede. In 1873 werd de agrarische sector getroffen door een landbouwcrisis. Nederland werd overspoeld door goedkoop graan uit de Verenigde Staten, waardoor de voedselprijzen kelderden en veel boeren brodeloos werden en landarbeiders aan de bedelstaf geraakten. Een deel van de plattelandsbevolking emigreerde in die tijd naar de Verenigde Staten. Een ander deel trok naar de steden waar, sinds de intrede van de stoommachine, voor die tijd grote industrieën waren ontstaan. Daar was werk aan de winkel. Een stroom plattelandsmensen deed de stadsbevolking van vele plaatsen in betrekkelijk korte tijd explosief groeien. Dat was ook het geval in ’s-Hertogenbosch: tussen 1820 en 1899 steeg het aantal inwoners van ruim 13.000 tot meer dan 30.000. De bevolkingsexplosie veroorzaakte ernstige ruimte- en woningproblemen. De stad zat echter gevangen binnen haar stadswallen, ze was nog altijd onderdeel van het Nederlandse verdedigingsstelsel (Zuidelijk Frontier). Buiten de stadsmuren mocht, omwille van militair-strategische overwegingen, niet gebouwd worden. Daardoor werden in de 19e eeuw alle open plekjes in de stad volgebouwd. Tuinen en achterplaatsen raakten volgepropt met woninkjes, waarin licht en lucht bijna niet konden doordringen. Tussen de hoofdstraten ontstond een warnet van sloppen en stegen. Een paradijselijke situatie voor huisjesmelkers en pandjesbazen die van elke vierkante meter grond het hoogste profijt wilden hebben.