Bossche Straten 2015
160. Heel veel papen - Papenhulst
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
De Papenhulst gezien in de richting van het Nachtegaalslaantje. Anno 1908. Foto: SA nr. 0002137
De straat Papenhulst dankt haar naam aan de vele ‘papen’ die zich hier en in de onmiddellijke omgeving in de Middeleeuwen hadden gevestigd. Een paap is een ander woord voor geestelijke en dat was toentertijd zeker geen scheldwoord. Pas in de tijd van de Reformatie, de protestantse kerkhervorming in de zestiende eeuw, kreeg het begrip paap een negatieve connotatie. Vele aan het kapittel van de Sint-Janskerk verbonden kanunniken woonden in de Papenhulst. Zij bewaarden hun wijnvoorraad ook in deze straat, in de zogeheten Heerenkelder. Tussen dit pand en de Binnendieze bevond zich het uitgestrekte kloosterterrein van de Clarissen, dat doorliep tot aan de Clarastraat. Deze nonnen kwamen in 1359 in ’s-Hertogenbosch aan en verlieten in 1650 de stad. Begin vijftiende eeuw werden in de Papenhulst twee gasthuizen gesticht. In 1400 richtten Jan Moons en zijn vrouw Aleid een gasthuis op voor twaalf oude mannen. Adam van Mierde, deken van het door hem in 1366 opgerichte kapittel van de Sint-Janskerk, bestemde bij testament van 17 maart 1403 een woning tot verblijf voor dertien oude vrouwen. Beide gasthuizen bevonden zich vlakbij de Heerenkelder. In de 15e eeuw heeft de Papenhulst ook lange tijd Wevershuls geheten, vanwege het grote aantal wevers dat daar woonde en er hun ambacht uitoefende. In die tijd was de straat veel langer. Het huidige Nachtegaalslaantje en de Clarastraat maakten er ook deel van uit. Na 1629 moesten alle mannelijke geestelijken de stad verlaten, de in de volksmond gegroeide naam Papenhulst werd officieel.