Bossche Straten 2013
090. De Bonte Huid
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
Het steegje Bonte Huid met op de voorgrond Elisabeth Passier, dochter van broodbakker Passier. Datering: 1933. Foto SA nr. 0004719
Het steegje Bonte Huid bevindt zich tussen Vughterstraat 244/246 en 248/250. Het is genoemd naar het huis ‘De Bonte Huid’, Vughterstraat 244. Het hoekhuis op nummer 248/250 droeg de naam ‘De Moriaen’. Het is een historisch steegje, vroeger kwam het via een bocht uit op de Parkstroom. Tegenwoordig komt het uit op een binnenplaats en onbebouwd terrein. Het steegje is nu afgesloten door middel van een ijzeren hekwerk. In het steegje hebben cameren gestaan, dat waren zogeheten éénkamerwoningen. In de Bossche stukken komen deze voor het eerst in de 15e eeuw voor. Zij lagen aan steegskes, poortjes en gangskes die aan de straatkant met een houten of stenen poort waren afgesloten. Deze stegen heetten in ‘s-Hertogenbosch meestal naar de naam van het huis waarachter zij lagen, vaak voorafgegaan door het voorzetsel ‘Achter’. Een groot deel van de Bossche bevolking moest het met dit soort krotwoningen doen, vaak tegen woekerhuren. In 1892 vroeg de gemeenteraad voor het eerst om een bouwverordening, teneinde misstanden in de sociale woningbouw tegen te kunnen gaan. De raad was onder druk gekomen door de Gezondheidscommissie, die met harde cijfers had aangetoond dat ’s-Hertogenbosch een ongezonde stad was om in te wonen. In 1899 werd besloten om huiseigenaren, met cameren in Achter de Kan en Bonte Huid, aan te pakken om de woningen te verbeteren. Voor het eerst in de geschiedenis van de stad werden twee cameren onbewoonbaar verklaard.