Bossche Straten 2013
070. Bossche munten
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
De Postelstraat ter hoogte van de voormalige Munt, anno 1930. Foto: SA nr. 0000428.
Het huis Postelstraat 34 heet ’t Wit Lam, het zijsteegje Lamstraatje dankt er zijn naam aan. In 1566 werd ’t Wit Lam bewoond door beeldenstormer Embert Thulinc. Omstreeks 1600 was er een brouwerij in gevestigd. Postelstraat 38-40 is een rijksmonument. In de trapgevel anno 1650 bevinden zich twee nissen met daarin krijgsmankoppen. De linkerkop stelt de Gallische vorst Ambiorix voor, de rechter diens veldheer Vercingetorix. Ze werden gemaakt als voorstudie voor het standbeeld van de eerste, koning van de Eburonen, dat op de markt in Tongeren staat. In de top van de gevel zit een festoen, een stenen guirlande van bladeren, vruchten en bloemen. Een bekend en aanzienlijk huis is Postelstraat 42, De Munt genaamd (rijksmonument). Op 18 juni 1578 kreeg ‘s-Hertogenbosch toestemming van koning Filips om munten te mogen slaan. Het ging om klein geld, zoals oirkens, negenmannekens en penninxkens of moirkens. Later mochten ook munten van goud, zilver en koper vervaardigd worden, zoals gouden realen en Philippusdaalders. Het eerste munthuis was gevestigd in het Hof van Zevenbergen aan de Keizerstraat. In 1614 werd de Munt overgebracht naar Postelstraat 42, tot 16 november 1624 werden hier de Bossche (of liever Spaanse) munten geslagen, december 1626 werd het voorgoed gesloten. In de Stadsrekeningen kan men lezen, dat de gloeiend hete munten in de achterliggende Binnendieze werden gekoeld. Het voorhuis is van eind 15e eeuw, het achterhuis van 1527. Het heeft een laatgotische, geprofileerde, natuurstenen toegangspoort met ezelsboogrug, waarop hogels en kruisbloem. Op de binnenplaats bevindt zich een uitwendige, zeskantige spiltoren.