081. Bijzondere dubbelwoning

Voor- en zijgevel van het pand Enckevoirtstraat 28, gezien vanaf de Van der Does de Willeboissingel. Anno 1938.
Foto: Erfgoed ’s-Hertogenbosch nr. 0044778

Het dubbele woonhuis aan de Enckevoirtstraat 26-28 ligt aan de zuidelijke zijde van de Enckevoirtstraat, hoek Koningsweg. De woonhuizen zijn in 1927 gebouwd door de architect E. Nijsten. Het complex toont de zorgvuldig gedetailleerde vormentaal van de Amsterdamse School. Sinds mei 2001 is de dubbelwoning een rijksmonument.

De woningen hebben een rechthoekige plattegrond en tellen twee bouwlagen onder een plat dak met geknikte, nagenoeg verticale dakschilden. De bakgoot is uitkragend. De voorgevel is asymmetrisch, de gevels zijn opgetrokken in baksteen, deels in siermetselverband. Over twee derde van de breedte van de gevel is een ondiepe, op beide hoeken afgeronde uitbouw. Daarin bevinden zich de ingangspartijen van beide woonhuizen. Geheel links in de uitbouw is de ingang van nummer 26: een houten paneeldeur met een smal, verticaal raam. Aansluitend hierop een venster dat de ronding van de muur volgt. Rechts is een gekoppeld venster met vooruitspringend bovenlicht. Op de bovenverdieping is een gekoppeld venster met ladderramen. Sterk uitkragende, houten vensterdorpel op klossen, met abstract-geometrische ornamenten op de uiteinden. Geheel links in de gevel, ter plaatse van de woonkamer van nummer 26, is een halfronde erker. Op de eerste verdieping hierboven is een balkon. De ingangspartij van nummer 28 bestaat eveneens uit een paneeldeur met verticaal raam. Rechts ervan is een in de hoek van de uitbouw geplaatst gekoppeld venster. Ter hoogte van het trappenhuis is een hoog laddervenster met glas-in-lood. De gevel wordt geheel rechts afgesloten door een torenachtige uitbouw onder plat. De smalle, westelijke gevel aan de Koningsweg heeft geheel links op de begane grond een halfronde erker. Hierin zit een vijfruits venster met vooruitspringend bovenlicht, waarin een kleine roedenverdeling en glas-in-lood. In de zijgevel is over de gehele breedte van de bovenverdieping een balkon met beglaasde balkondeuren met aansluitende zijlichten. De westelijke gevel wordt aan de zuidzijde afgesloten door een hoger opgetrokken, op de noordelijke hoek afgeronde gevelpartij, waarin siermetselwerk is toegepast. Inwendig toont het pand op nummer 28 nog in hoofdlijnen de oorspronkelijke dispositie. Een centrale hal met trappenhuis geeft toegang tot een vertrek, dat vroeger dienst deed als ontvangstruimte. Rechts aan de voorzijde de woonkamer, daarachter de eetkamer. Aan de achterzijde van de hal is de keuken. Een houten trap met houtsnijwerk en een gedeelte van de lambrisering met geglazuurde tegels zijn nog oorspronkelijke elementen.