075. Bestuur der Godshuizen

Gedeelte voorgevel met deur en gevelsteen van het pand van het bestuur der Godshuizen. Anno 1988.
Foto: Erfgoed ’s-Hertogenbosch nr. 0062961

Het voormalige, in 1903 gebouwd Centraal Kantoor van het Bestuur der Godshuizen bestaat uit twee losse huizen en een dwars hierachter staand achterhuis. Sinds februari 1984 is het gehele complex aan de Gasthuisstraat 9-11 een rijksmonument. Het linkerpand (nummer 9) staat met de linkerzijgevel op een kademuur van de Binnendieze. De woning bestaat uit een begane grond, een verdieping en een zolder met borstwering. De vloeren en balklagen zijn van beton. De kap is door stucwerkbespanning aan het gezicht onttrokken. Het zadeldak is gedekt onder blauwe Hollandse en muldenpannen. De woning heeft een trapgevel van schoon metselwerk uit het begin van de 20ste eeuw. Op de begane grond bevindt zich een deur met twee ramen ernaast. Op de verdieping zitten drie schuiframen met achtruiters en een modern raam in de top. De trappen zijn met natuurstenen dekplaten afgedekt, daaronder zit een klimmend boogfries. De zijgevel van schoon metselwerk heeft op de begane grond en op de verdieping drie ramen.

Het rechterpand (nummer 11) bestaat uit een kleine kelder, begane grond, verdieping en zolder. De kelder heeft een moderne zoldering met stalen binten met ertussen troggewelfjes. De begane grond heeft een gang met zwart marmeren vloer- en wandtegels, in het trappenhuis zit een lichtkoker. Naast de gang bevinden zich een voor- en achterkamer met een plafond met stucwerk en een betimmering rondom de ramen. De balklagen zijn enkelvoudig, de kap heeft grenen gordingen en spanten. De voorgevel is een trapgevel van schoonmetselwerk. De trappen, waarvan de onderste en bovenste voorzien zijn van een overhoekse pinakel, zijn afgedekt door natuurstenen platen. Boven de ingang zit een gevelsteen met het jaartal 1903. De ingangspartij heeft een natuurstenen omlijsting met timpaan met een gebeeldhouwd engelenkopje en vruchtentakken. De eikenhouten deur heeft een smeedijzeren roosterwerk. Naast de deur bevinden zich twee ramen met ontlastingsbogen van rode baksteen en natuurstenen sluitsteen erboven. In de boogvelden bevindt zich siermetselwerk van rode en gele steen. Op de verdieping zitten drie ramen met ontlastingsbogen. In de top een rondboogfries waarin een zoldervenster is opgenomen. In de top zit een hijsluik.

Het achterhuis bestaat uit begane grond, verdieping en zolder. De kamer op de begane grond heeft een neorenaissance interieur met schouwbetimmeringen, beschilderde moer- en kinderbinten en goudleren behang. De kap heeft grenenhouten spanten..