Bossche Monumenten 2023
Auteur: Ed Hupkens |
196. Horizontale schijnvoegen
De negentiende-eeuwse lijstgevel van het pand Minderbroedersstraat 10 is gepleisterd en voorzien van horizontale schijnvoegen.
Foto: Josephine Peren
Het pand Minderbroedersstraat 10 heeft een laatmiddeleeuwse oorsprong. Oorspronkelijk bevond het gebouw zich binnen de eerste stadsmuur, in de nabijheid van het tussen 1629 en 1700 gesloopte Minderbroedersklooster (Franciscanen). Het woonhuis telt drie niveaus: begane grond: eerste verdieping en zolderverdieping, onder een met de nok haaks op de rooilijn georiënteerd zadeldak met wolfeind. Op de toenmalige binnenplaats bevindt zich een kleine aanbouw. Sinds maart 2005 staat het geregistreerd als gemeentelijk monument.
De 19e-eeuwse lijstgevel is gepleisterd en voorzien van horizontale schijnvoegen. De pui is in 1937 ingrijpend gewijzigd. Die is opgebouwd uit een deur op de middenas, geflankeerd door grote winkelruiten. Tot de verbouwing uit dat jaar behoren ook de borstwering, het tegelwerk en de geprofileerde waterlijst. Op de eerste verdieping bevinden zich in de 19e-eeuwse kozijnen twee zesruits vensters, waarvan het onderste schuivende deel is vervangen door dubbele, moderne draairamen. De bovenlichten zijn uitgevoerd met glas-in-lood. Het van schijnvoegen voorziene geveldeel wordt afgesloten door een smalle, geprofileerde kroonlijst. Met daarboven – ter hoogte van de zolderverdieping – een attiek-achtige opbouw met twee ronde vensters voorzien van een sobere stucomlijsting. De gevel wordt beëindigd door een uitkragende, geprofileerde kroonlijst. Eind 20e eeuw is het pand grondig verbouwd. Daarbij zijn de oorspronkelijke, samengestelde balklagen van moer- en kinderbinten verwijderd en vervangen door een moderne, samengestelde balklaag boven de begane grond en een enkelvoudige balklaag als verdiepingsbalklaag.
Het onderste gedeelte van de achtergevel behoort tot de 14e-eeuwse bouwfase. Op de begane grond is het muurwerk grotendeels aan het zicht onttrokken door een éénlaagse aanbouw op het achterterrein. Deze gevel is inpandig grotendeels nog aanwezig. In de late 17e eeuw is de achtergevel verhoogd met een tuitgevel. Die is voorzien van tuit, schouderstukken met een natuurstenen afdekking en vlechtingen, waarin enkele balk- en gordingankers zichtbaar zijn. In de 20e eeuw is de daklijn nogmaals een stuk verhoogd. In de achtergevel bevinden zich drie 17e-eeuwse vensteropeningen, voorzien van een halfsteense rollaag aan boven- en onderzijde.