Bossche Monumenten 2021
Auteur: Ed Hupkens |
113. Stadsvilla De Gruyter
De voorgevel van de stadsvilla aan de Koningsweg 2. Foto: Josephine Peren
De stadsvilla aan de Koningsweg 2, op de hoek met de Alfons Diepenbrockstraat, is in 1925 gebouwd naar een ontwerp van de architect T. Wiltschut. Sinds maart 2005 is het complex een gemeentelijk monument.
Het voormalige woonhuis van G. de Gruijter heeft een gehoekte plattegrond en omvat een begane grond, verdieping, zolder en vlieringzolder onder een samengesteld, zeer stijl schilddak. Er zijn oorspronkelijke dakkapellen met breed overstek en er zijn later aangebrachte dakramen. De tuin wordt ommuurd met een lage, bakstenen muur met ijzeren balustrade. De entree tot het perceel bevindt zich aan de zijde van de Koningsweg. Aan de Alfons Diepenbrockstraat is in de muur een toegang in art-decostijl.
De voorgevel is in drie stukken onderverdeeld. Het middenstuk heeft een topgevel, waarvan de top met siermetselwerk is geaccentueerd. Links hiervan, gescheiden door een forse en hoge schoorsteen, bevindt zich een smal, eenlaags, uitspringend deel met een dubbele deur onder een boog. Het rechterdeel is een tweelaagse gevel die enigszins inspringt. Er is een diversiteit aan oorspronkelijke vensters. Deze hebben alle houten kozijnen, de meeste bevatten draaiende delen. De hoofdtoegang tot het complex bevindt zich links in het tweelaagse deel van de gevel. Deze entree is geaccentueerd door middel van een hoekvenster en een afdak dat ondersteund wordt door een geornamenteerde, zandstenen pilaar. Boven het afdak is een smal, hoog venster dat behoort bij het achterliggende trappenhuis. Links in het middendeel van de gevel is een tweede deur, mogelijk een dienstingang. Een karakteristiek element in de voorgevel is de toepassing van uitkragende bakgoten.
De linkerzijgevel gaat deels schuil achter het moderne bouwdeel op het terrein. Het linkerdeel heeft op de verdieping een zevenhoekig venster onder een plat dak. Het rechterdeel van de gevel heeft een topgevel, met in de top een gevelopening die vermaakt is ten behoeve van een vluchtdeur en een brandtrap.
De rechterzijgevel is in drie delen getrapt en is georiënteerd op de Koningsweg. Het linkerdeel springt het meest en heeft een topgevel. Het middendeel heeft een begane grond met daarboven een brede loggia. De pilaar die het dak ondersteunt is geaccentueerd door gemetselde banden en een zandstenen kapiteel. Het rechterdeel is zeer smal, een zijmuur van het risalerende deel in de achtergevel. De grootte van de vensteropeningen onder een rollaag varieert sterk.